Wat kan ik doen tegen osteoporose?
Vrouwen worden er meer mee geconfronteerd dan mannen. Ouderen meer dan jongeren. Mensen in gebieden met minder zonlicht (en dus minder vitamine D) meer dan mensen in zonniger oorden. En dan hebben we het enkel over primaire osteoporose. Er is ook secundaire osteoporose… Maar laten we beginnen bij het begin: wat is osteoporose precies?
Wat is osteoporose?
Osteoporose wordt gedefinieerd als een lage botmineraaldichtheid veroorzaakt door een veranderde botmicrostructuur. Patiënten zijn hierdoor vatbaar voor breuken met een lage impact. Meer dan 200 miljoen mensen hebben osteoporose, en de incidentie neemt toe met de leeftijd. Eén op de 3 vrouwen en 1 op de 5 mannen boven de 50 jaar krijgt een osteoporotische breuk. Meer dan 70 procent van de mensen boven de 80 jaar wordt getroffen. Het komt ook vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. In de ontwikkelde wereld wordt 2 tot 8 procent van de mannen en 9 tot 38 procent van de vrouwen getroffen. Wereldwijd worden er ongeveer 9 miljoen breuken per jaar vastgesteld als gevolg van osteoporose. En in gebieden in de wereld met minder vitamine D door zonlicht komen hogere fractuurpercentages voor dan in gebieden dichter bij de evenaar, op lagere breedtegraden (1)(2)(3).
Primaire en secundaire osteoporose
De bovenstaande feiten hebben vooral betrekking op primaire osteoporose. Primaire osteoporose houdt verband met het verouderingsproces in combinatie met afnemende geslachtshormonen. De botten vertonen hierdoor achteruitgang in microarchitectuur en dat leidt tot verlies van botmineraaldichtheid en een verhoogd risico op een fractuur. Andere ziekten of hun behandelingen kunnen secundaire osteoporose veroorzaken.
Mannen hebben veel meer kans op secundaire osteoporose dan vrouwen. Medicijnen die tot secundaire osteoporose kunnen leiden zijn glucocorticoïden en anti-epileptica. Andere medicijnen zoals chemotherapiemiddelen en protonpompremmers (maagzuurremmers) zijn nog minder goed onderzocht, maar er wordt vermoed dat ze eveneens bijdragen tot osteoporose.
Ziekten die secundaire osteoporose kunnen veroorzaken zijn anorexia, malabsorptie, hyperthyreoïdie (te snel werkende schildklier), overbehandeling van hypothyreoïdie, chronisch nierfalen, de ziekte van Cushing, diabetes, reumatoïde artritis en elke ziekte die kan leiden tot langdurige immobilisatie (3).
Wat zijn de risicofactoren voor osteoporose?
Als we kort samenvatten, zijn dit de belangrijkste risicofactoren voor osteoporose (4)(5)(6):
- toenemende leeftijd
- overgewicht
- vrouwelijk geslacht
- gebruik van corticosteroïden
- roken
- familiegeschiedenis van osteoporose
- vroege menopauze
- alcohol
- weinig lichaamsbeweging
- een eerdere fractuur door een val of een klein trauma na de leeftijd van veertig jaar
Patiënten met aandoeningen die het algemene mobiliteitsniveau beïnvloeden, zoals ruggenmergletsels (SCI), kunnen eveneens een snelle achteruitgang van de botmineraaldichtheid ervaren binnen de eerste 2 weken na deze slopende letsels.
Osteoporose behandelen
En wat kan je er nu aan doen? Hoe kan je osteoporose behandelen? Patiënten met de diagnose osteoporose moeten eerst en vooral een labo-onderzoek ondergaan van hun nier- en schildklierfunctie en hun 25- hydroxyvitamine D-waarde en calciumgehalte laten onderzoeken. Via een dual X-ray absorptiometry scan (DEXA-scan) kan ook de botdensiteit in kaart gebracht worden. Zo wordt de sterkte van de botten bekeken (7).
De arts zal patiënten bovendien aanzetten tot het veranderen van hun levensstijl. Lichaamsbeweging en oefeningen die het evenwicht verbeteren, zoals yoga en tai chi, zullen worden aangemoedigd. Net als behandelingen om te helpen bij het stoppen met roken en het drinken van alcohol. Calcium en vitamine D3 zijn aan te raden bij alle patiënten en patiënten met een vitamine D-tekort moeten een behandeling krijgen die hun waarden terug op een normaal niveau brengt (7). Een medicamenteuze behandeling kan daarbij ook aan de orde zijn. Hieronder wordt het overzicht meegegeven van medicijnen die worden toegediend.
Kan ik osteoporose voorkomen?
Voorkomen is altijd beter dan genezen. Preventie van osteoporose is dus zeker een aandachtspunt en daarmee begin je best al op zeer jonge leeftijd. Tijdens de kinderjaren is het voornaamste doel de botmassa te vergroten. Aangezien botoppervlakken bedekt zijn met een groter aandeel actieve osteoblasten tijdens de groei dan na de skeletrijping is lichaamsbeweging vooral effectief in de kindertijd. Lichaamsbeweging heeft langdurige effecten op de botintegriteit, omdat een hoge fysieke fitheid op jongvolwassen leeftijd het risico van fracturen op latere leeftijd vermindert. Een toename van 10 procent in piekbotmassa halveert het toekomstige risico van osteoporotische breuken. Samen met regelmatige lichaamsbeweging wordt ook een voldoende calciuminname via de voeding aanbevolen. Die moet stijgen bij toenemende leeftijd. Regelmatige botbelasting via beweging heeft ook een gunstig effect op de botgeometrie (8).
Het belang van supplementen
Naast specifieke farmacologische en/of hormonale behandelingen lijken suppletiestrategieën zeer belangrijk in de aanpak van osteoporose. Voor het behoud van de integriteit van het bewegingsapparaat adviseert de European Society voor klinische aspecten van osteoporose en artrose (ESCEO) een dagelijkse eiwitinname van 1,0-1,2 g per kilogram lichaamsgewicht en de inname van vitamine D en calcium. Cafeïne, nicotine en een hoge inname van ethanol moeten worden vermeden. Een essentieel punt voor de preventie van fracturen is uiteraard het voorkomen van vallen. Boven de leeftijd van 65 jaar valt ongeveer 30 procent van de zelfredzame ouderen en de helft van degenen die in woonzorgcentra of verpleeghuizen wonen minstens eenmaal per jaar (9). Ook vitamine K2 verdient ten slotte de nodige aandacht. Vitamine K2 draagt bij tot de regulering van de functie van osteocalcine (OC) - het belangrijkste bot niet-collageen eiwit - waardoor de botkwaliteit verbetert (10).
Met DeBa Pharma hebben wij een specifieke formule ontwikkeld met daarin essentiële stoffen voor het botmetabolisme zoals magnesium, calcium, D3, silicium, K2, … Ontdek hier onze osteoporose-formule Osteo- Actief. Daarnaast vind je natuurlijk ook calcium, magnesium, vitamine D en vitamine K2 apart in ons gamma.
Referenties:
1.Prince RL, Lewis JR, Lim WH, Wong G, Wilson KE, Khoo BC, Zhu K, Kiel DP, Schousboe JT. Adding Lateral Spine Imaging for Vertebral Fractures to Densitometric Screening: Improving Ascertainment of Patients at High Risk of Incident Osteoporotic Fractures. J Bone Miner Res. 2019 Feb;34(2):282-289. [PubMed]
2.Rachner TD, Hofbauer LC, Göbel A, Tsourdi E. Novel therapies in osteoporosis: PTH-related peptide analogs and inhibitors of sclerostin. J Mol Endocrinol. 2019 Feb 01;62(2):R145-R154. [PubMed]
3.Khadka B, Tiwari ML, Gautam R, Timalsina B, Pathak NP, Kharel K, Sharma S, Acharya D. Correlates of Biochemical Markers of Bone turnover among Post-Menopausal Women. JNMA J Nepal Med Assoc. 2018 Jul-Aug;56(212):754-758. [PMC free article] [PubMed]
4.Greenstein AS, Gorczyca JT. Orthopedic Surgery and the Geriatric Patient. Clin Geriatr Med. 2019 Feb;35(1):65-92. [PubMed]
5.Varacallo MA, Fox EJ. Osteoporosis and its complications. Med Clin North Am. 2014 Jul;98(4):817-31, xii-xiii. [PubMed]
6.Varacallo M, Davis DD, Pizzutillo P. StatPearls [Internet]. StatPearls Publishing; Treasure Island (FL): Sep 4, 2022. Osteoporosis in Spinal Cord Injuries. [PubMed]
7. Porter JL, Varacallo M. Osteoporosis. [Updated 2022 Sep 4]. In: StatPearls [Internet]. Treasure Island (FL): StatPearls Publishing; 2023 Jan-.
8. Wilks DC, Winwood K, Gilliver SF, Kwiet A, Chatfield M, Michaelis I, Sun LW, Ferretti JL, Sargeant AJ, Felsenberg D,Rittweger J. Bone mass and geometry of the tibia and the radius of master sprinters, middle and long distance runners,race-walkers and sedentary control participants: A pQCT study. Bone. 2009, 91–97.
9. Ensrud KE, Crandall CJ. Osteoporosis. Ann Intern Med. 2017 Aug 1;167(3):ITC17-ITC32. doi: 10.7326/AITC201708010. Erratum in: Ann Intern Med. 2017 Oct 3;167(7):528. PMID: 28761958.
10. S. Akbari, A.A. Rasouli-Ghahroudi, VitK and bone metabolism: a review of the latest evidence in preclinical studies, Biomed Res. Int. (2018) 4629383, https://doi.org/ 10.1155/2018/4629383 Jun 27; 2018 eCollection 2018